over Hans Hoogervorst

Hans00001Met hart en ziel ben ik huisarts sinds 1979 en had van september 1984 tot 1 oktober 2014 een huisartspraktijk in Amstelveen, waarna ik nog een jaar in parttime dienstverband huisarts was in deze praktijk. Momenteel werk ik nog steeds als waarnemend huisarts.

Vanaf 1979 werkte ik ook ruim zeven jaar aan de Vrije Universiteit aan de invoering van het vak huisartsgeneeskunde in het medische curriculum. Ik gaf daarbij ook onderwijs. Daarnaast was ik enige jaren huisarts in Hoogvliet / Rotterdam. In het laatste jaar van mijn loopbaan aan de VU hield ik me bezig met wetenschappelijk onderzoek naar leerprocessen bij diabetespatiënten. Ook was ik bestuurlijk actief. Ik was o.a. twaalf jaar voorzitter van de Amstelveense Huisartsvereniging en lid van de LHV ledenvergadering. Verder hield ik me tot 2017 als erkend kwaliteitsconsulent bezig met nascholing en toetsing van huisartsengroepen.

Ik heb altijd speciale belangstelling gehad voor de wijze waarop mensen met gezondheid en ziekte omgaan en voor de psychotherapeutische kanten van het huisartsenvak. In dat kader heb ik dan ook in 2015 de opleiding tot gelicenceerd Heartmathcoach met succes afgerond.In 2017 werd ik Heartmath therapeut, en later in dat jaar coach voor het HeartMath programma “Uitgeslapen werkt beter” gericht op mensen met slaapproblemen , en in 2018 gelicenceerd HeartMath groepstrainer.

 Mijn persoonlijke motivatie voor de werkplaats en HeartMath.

Sinds ik als huisarts werk heb ik de reguliere geneeskunde zich in technisch opzicht sterk zien ontwikkelen.Dat gold ook voor de huisartsgeneeskunde. Huisartsen gingen  steeds meer doen en werden in technisch opzicht veel vakkundiger. Er kwamen richtlijnen, alles moest wetenschappelijk bewezen zijn ( evidence based ) volgens opvattingen die gangbaar zijn in de huidige wetenschap. Deze ontwikkeling had ook een keerzijde: de patient met diens problemen en vragen in allerlei variaties gekleurd door alle emoties, irrationaliteit en mythes, dreigt in deze vertechniseerde medische wereld weg te zakken.

Ik ben als huisarts ooit opgeleid rond de centrale vraag “Waarom komt deze patient nu bij mij?”, wat het contact met de patient focuste op diens unieke zijn en er op gericht was ruimte te bieden voor de eigen vragen en invulling van de patient. Met alle protocollen en richtlijnen, DBC’s volgens welke de geneeskunde nu gemanaged wordt, lijkt de patient meer binnen deze kaders gepropt te moeten worden dan dat er ruimte blijft voor zijn of haar unieke invulling. Er wordt heel wat gedokterd aan mensen: medicijnen, fysiotherapie, chirurgie, chemotherapie, bestralingen. Steeds weer trof het me dat mensen deze behandelingen in goed vertrouwen ondergaan. Tegelijk bekroop me het gevoel dat er misschien wel te veel aan mensen werd gedaan i.p.v. met mensen.Soms krijgen ze hooguit het advies iets te veranderen in hun uiterlijke life style Hadden zij zelf ook nog een rol?

In al die jaren viel me op dat niet alleen de geneeskunde vertechniseerde maar dat ook de verwachtingen van patienten door henzelf steeds technischer werden geformuleerd. Ziekte werd een artikel wat niet in het leven paste; we moeten vooral door in de alledaagse stress Waartoe? Dat ziekte soms een signaal was, was knap lastig. In toenemende mate zag ik mensen die vervreemden van hun gevoel en daarmee hun kompas kwijt waren Waren ze nog wel in staat om hun hart te volgen in het leven? Luisterden ze nog wel naar wat hun hart hen ingaf? Zag het als mijn taak dan een eindje met hen mee te lopen en samen te kijken of we het probleem in een breder kader konden plaatsen van waaruit zich dan soms wel een oplossing aan diende. Ruimte maken voor even stilstaan en bewustwording bleek belangrijk evenals bevestiging en acceptatie van de klacht, het symptoom of probleem  In dat verband zag ik me genoodzaakt zelf opzoek te gaan naar invalshoeken en technieken die ons daarbij behulpzaam zouden kunnen zijn. Dat moesten voor mij dan wel methoden zijn die gericht waren op zelf doen, zelfmanagement. Ze moesten aansluiten bij de klacht en beleving van de patient  en dus ook een lichamelijke invalshoek kunnen hebben; want vaak wordt een probleem eerst als lichamelijke klacht gepresenteerd. De emoties van mensen moesten in de methode een plek hebben en deze moest bijdragen aan bewustwording.

En zo kwam ik terecht bij het HeartMath Institute in Californie (VS) dat zich de centrale vraag stelde: waarom hebben alle culturen de uitdrukking “je hart volgen” en wordt het hart beschouwd als bron van intuitie en verbinding? Wat betekent dit dan voor de funktie van het hart binnen ons lichaam? Op grond van veel fysiologisch onderzoek ontwikkelde het instituut een methode voor stress hantering en veerkracht opbouw waarbij mensen leren zelf in balans te blijven en hun hart daadwerkelijk te volgen.Het bleek precies de methode te zijn waar ik naar op zoek was.

 

Bewaren